Overstap PO-VO

PO-VO
Hoe is de overstap van PO naar VO geregeld?
In groep 2, 4 en 6 formuleren we voor iedere leerling een ontwikkelingsverwachting. Dat wordt verder uitgelegd in het deel van de site met de titel ‘ontwikkelingsverwachting’.
Vanaf het schooljaar 2017-2018 wordt de ontwikkelingsverwachting weergegeven in de profielkaart. Na iedere toetsweek wordt bekeken in de leerlingbespreking of het kind inderdaad conform de ontwikkelingsverwachting presteert en welke interventies gewenst zijn om tenminste conform de ontwikkelingsverwachting te (blijven) presteren. Tijdens de OPP-gesprekken wordt dat gedeeld met de ouders.
Vanaf de formulering van de ontwikkelingsverwachting in groep 6 is op de profielkaart een verwacht uitstroomniveau weergegeven. De profielkaart (met daarop de scores van het leerlingvolgsysteem) is een belangrijke pijler voor de uitstroomindicatie welke de leerlingen in november in groep 8 ontvangen. Daartoe wordt in september een aanlegonderzoek afgenomen. Bij veel kinderen is dat de NIO of de ADIT. Soms wordt voor een ander aanlegonderzoek gekozen. De regionale BOVO-afspraken worden bij de keuze van het onderzoek in basis aangehouden. Bij de uitstroomindicatie geven we –indien nodig en mogelijk- aan wat nodig is te zien in ontwikkeling tbv welk schooladvies (denk bijvoorbeeld aan: de ingezette ontwikkeling moet zich voortzetten om inderdaad op dit niveau uit te kunnen stromen OF een ontwikkeling op het vakgebied begrijpend lezen is voorwaardelijk voor een uitstroom op dit niveau). Met de uitstroomindicatie is het mogelijk om te starten met de oriëntatie op scholen voor voortgezet onderwijs. De groepsleerkrachten kunnen ouders daarbij ondersteunen (oa door het verstrekken van een scholenlijst).
Na de uitstroomindicatie nemen we in december het Drempelonderzoek af. Het Drempelonderzoek brengt (net als de toetsen van het leerlingvolgsysteem) het beheersingsniveau van de kinderen in beeld (ook weergegeven in dle’s). In januari maken de kinderen de schoolvaardigheidstoets van begrijpend lezen en inzichtelijk rekenen. Daarna wordt het voorlopig schooladvies geformuleerd. Dit wordt eind januari met de ouders besproken. In februari maken de leerlingen de verplichte Doorstroomtoets. De afgelopen jaren hebben we gekozen voor de IEP. Dat doen we dit schooljaar weer. De uitslag van de IEP kan alleen van invloed zijn op het voorlopig schooladvies als het kind de eindtoets beter maakt dan dat je op basis van het voorlopige schooladvies zou mogen verwachten. De school is dan verplicht te heroverwegen. De uitslag van de Doorstroomtoets komt in maart. Daarna wordt het definitief schooladvies geformuleerd. Dit wordt half maart met ouders gedeeld. Dan is het onderwijskundig rapport ook klaar en wordt besproken. In het onderwijskundig rapport is een overdacht document waar de schoolse ontwikkeling van het kind in beschreven is. Het is voor ouders mogelijk om hun zienswijze daaraan toe te voegen. Ouders krijgen uiteindelijk het totale pakket (onderwijskundig rapport inclusief de bijlagen). Het voortgezet onderwijs krijgt toegang tot het onderwijskundig rapport door middel van de applicatie waarin alle scholen in de regio het onderwijskundig rapport maken. Zij krijgen pas toegang nadat ouders hun kind aldaar hebben aangemeld en de unieke toegangscode gegeven hebben.
Bij het formuleren van het voorlopig en definitief schooladvies zijn de groepsleerkracht, het zorgteam en de directie betrokken. Zij bereiden ieder de bespreking apart voor om zo objectief mogelijk de gegevens te kunnen bekijken en te wegen. Naast de ontwikkelingsverwachting, het aanlegonderzoek, de resultaten van het leerlingvolgsysteem en het drempelonderzoek kunnen werkhouding en sociale interactie ook een weegfactor zijn.